Curator

Rariteitenkabinet dr. Van Robays

Op de campus St. Jan van het Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL) heeft dr. Johan Van Robays een historische collectie zieke organen en aangeboren afwijkingen verzameld in een ‘medisch rariteitenkabinet’.

De collectie is de vrucht van 35 jaar verzamelen en ontstond uit twee reflexen. Enerzijds een esthetisch. Veel weefselspecimens –en zeker de zeer zeldzame- zijn te mooi zijn om ze met het medisch afval te verbranden. Anderzijds een didactisch. De opleiding anatomopathologie is te kort om de stagiairs en studenten geneeskunde een groot gamma zeldzame afwijkingen te laten zien zoals een amniotic band syndroom, een lithopedion of een holoprosencephalie.

Onlangs heeft dr. Van Robays zijn museum opengesteld voor niet-medisch geschoolden en de bijval oversteeg alle verwachtingen. De bezoekers hadden aanvankelijk geen enkel idee van wat er in hun binnenste zit, en hóe het eruit ziet. Na het bezoek wisten ze hoe een tumor in een orgaan woekert en hoe de patholoog de uiteindelijke diagnose stelt.

De in totaal 200-tal weefselspecimens staan in het laboratorium anatomo-pathologie op sterk water en zijn onderverdeeld in 4 categorieën.

  1. De routinestukken

    In een eerste glazen kast staan resectiestukken die de chirurgen haast dagelijks verwijderen. Ze zijn onderverdeeld per specialiteit en orgaan. Van de gastro-enterologische chirurgen ontvangt de patholoog darmen met divertikels, poliepen en kwaadaardige gezwellen. Ook een vervette lever en een lever met metastasen. Één van de preparaten toont hoe met RFA (radio frequentie ablatie) een levermetastase in situ verschroeid werd.

    Van de gynaecologen ontvangt de patholoog borstresecties met allerlei tumoren, baarmoeders met leiomyomen (vleesbomen) en eierstokken met een waaier aan cysten en gezwellen. Het merendeel van de bezoekers zijn vrouwen (90%) maar geen enkele herkent een baarmoeder. Dat zegt heel wat over de doorsnee kennis bij de leek. Misschien kan een anatomo-pathologisch museum daar wat aan doen.

    De tentoonstelling toont verder een stoflong van een mijnwerker en een rokerslong. Niet zozeer de zwartverkleuring van de long maakt indruk op de bezoekers als wel het rokers-emphyseem. Op het domein van de urologie omvat de collectie van dr. Van Robays de twee meest voorkomende niertumoren, waaronder een exemplaar van 3 kilogram. Daarnaast een polycystische nier en tal van testikel tumoren.

    Van de plastische chirurg ontvangt de patholoog borstreducties, grote congenitale moedervlekken een soms een geïnfecteerde tatoeage.

  2. De rariteiten

    In een tweede glazen kast staan enkele zeldzame foetale afwijkingen zoals een anencephaal (hersenloze), een cycloop (éénogige) en een sirenomelia (zeemeermin). Een teratoma van het ovarium toont hoe uit een totipotente stamcel (en zonder bevruchting) een monstergezwel kan ontstaan dat ondermeer haren, hersenen, kraakbeen en tanden aanmaakt. Veel bezoekers kennen een schijnzwangerschap bij dieren maar niet de menselijke variant. Het is de mola hydatiformis die eruit ziet als een soort blaasjeswier. Enkele spontane abortussen en een buitenbaarmoederlijke zwangerschap tonen aan welk wonder een normale conceptie is. Uniek is het skelet van een 24 weken oude foetus waar te zien is dat de gewrichten op die leeftijd nog geen scharnieren zijn maar plooibaar kraakbeen.

  3. De specialiteiten

    In een derde kast staan tumoren die enkel voor specialisten in het vak van didactisch nut zijn. Daaronder een vrij volledig overzicht van alle mogelijke ovariële gezwellen. Het is de bedoeling om aan de hand van het macroscopisch uitzicht (blote oog) een onderscheid te maken tussen een endometriosecyste, een granulosaceltumor, een Brennertumor, een Krukenbergtumor, of een sereus, endometrioid of mucineus adenocarcinoma.

    Om nog eens enkele infectieuze aandoeningen te zien die vandaag zeer zeldzaam geworden zijn staan in het museum een echinococcuscyste in de milt, een tuberculosis renis en een xanthogranulomateuze ontsteking van de nier.

  4. De autopsiestukken

    Een van de grootste misvattingen over de ziekenhuispatholoog is dat hij een ‘forensische patholoog’ is zoals in de TV-series ‘Dokter G’. De ziekenhuispatholoog lost geen criminele zaken op. Hij stelt de diagnose op operatiestukken en kleinere, endoscopisch verwijderde biopten. Toch doet hij soms een autopsie. Meestal bij een onverklaarbaar overlijden in het ziekenhuis. De behandelende geneesheer wil weten wat er verkeerd gelopen is en ook de familieleden dringen aan op verheldering. Medische onachtzaamheden komen voor maar steeds minder dan vroeger. Een ballondilatatie kan nog steeds een kransslagader doen barsten maar via continue monitoring en gepast ingrijpen behoort de gevreesde harttamponade vandaag tot het verleden.

    Als afronding van het museumbezoek toont dr. Van Robays in een geopend hart de werking van de kleppen en het dichtslibben van de kransslagaders door atheromatose. Ook een hartinfarct dat resulteerde in een fatale ventrikelruptuur.

Medisch afval

De rest van een operatief verwijderd orgaan (darm, borst of nier) wordt na een zekere tijd met het dagelijks medisch afval verbrand. De tijdspanne staat juridisch niet vast. De meeste pathologen houden het op ongeveer een maand. Tijd genoeg om eventuele aanvullende stukjes te nemen en de uiteindelijke diagnose af te ronden. Maar als er zich op een dag een bijzonder interessant operatiestuk aandient kan een patholoog beslissen het restant niet te vernietigen. In zijn functie van curator speelt hij dan de rol van leermeester of museumdirecteur. Veel specimens zijn het immers waard om voor de toekomst bewaard te blijven. In het museum van dr. Van Robays staan letsels die dertig jaar geleden geregeld voorkwamen maar vandaag haast nooit meer gezien worden zoals een koraalsteen in de nier of een syfilis van de placenta. Een goed gestructureerde volksgezondheid en betere hygiëne hebben ervoor gezorgd dat ook wormziekten door oxyuren of strongyloides een zeldzaamheid geworden zijn. Maar zoals tuberculose en syfilis door het wereldwijd mengen van rassen weer de kop opsteken is het nuttig die letsels blijvend te documenteren. Niet enkel voor de patholoog maar ook voor de studenten en assistenten. En waarom ook niet voor de geïnteresseerde leek?

Confrontatie met het verleden

De historische collectie zieke organen en foetussen van dr. Van Robays toont aan hoe de pathologie in dertig jaar tijd ingrijpend veranderd is, en dit in velerlei opzicht.

Vooreerst worden de tumoren vandaag in een vroeger stadium ontdekt en zijn dus veel kleiner. Een testikeltumor zo groot als een pompelmoes en een borstkanker die door de huid puilt worden vandaag niet meer gezien. Door screeningsmammografie en een hogere alertheid bij de vrouw haalt een borsttumor nu nog amper een diameter van 1 centimeter. Een anencephaal (hersenloze) van zes maand, laat staan een die het einde van de zwangerschap haalt is voltooid verleden tijd. Vandaag wordt die afwijking ontdekt op 12 weken als de zwangere vrouw haar eerste echo laat maken. De vrucht is dan amper 5 cm groot en vlotter te aborteren.

Een andere rode draad door het museum is de naamsverandering die sommige tumoren in de loop der tijden ondergaan hebben. Een morbus Hodgkin van vroeger is nog steeds een morbus Hodgkin maar het ‘reticulumcelsarcoom van de maag’ bestaat niet meer onder die naam. Nieuwe coupes uit die oude tumoren (dit is nog steeds mogelijk) tonen aan dat het nu een zegelringcelcarcinoma of een maltoma zou genoemd worden. Met nieuwe en meer verfijnde technieken zoals de immunohistochemie kan aangetoond worden dat onder het oude etiket ‘leiomyoom van de darm’ menige ‘GIST’ (gastro-intestinale stromale tumor) schuil gaat. En dit is geen naamvitterij. Voor die GIST bestaat ondertussen een meer specifieke nabehandeling.

Leerzame ervaring

Na een 50-tal rondleidingen met zo’n 300 bezoekers is ook dr. Van Robays wijzer geworden. Enkele van zijn vaststellingen:

  1. De mens kent zijn lichaam niet. Hij heeft er geen voorstelling van hoe een dikke darm er van binnen uitziet. Niemand herkent een normale baarmoeder, milt of testikel. Niemand weet hoe een hartklep eruit ziet of waar de kransslagaders in het hart ontspringen.
  2. Een rariteitenkabinet is geen kast konfituurpotten met naamkaartje. Bij elk specimen, of het nu een chocoladecyste is van de eierstok of een ziekte van Crohn, hoort een deskundige uitleg. En die is enkel door een patholoog te geven.
  3. Unaniem waren de bezoekers het er over eens dat het zien van de preparaten, en de professionele uitleg erbij, een unieke ervaring was. Getuige de vele enthousiaste commentaren in het gastenboek. Iemand schrijft dat ze nu eindelijk weet hoe een darmpoliep eruit ziet en dit beeld nooit meer zal vergeten. Een andere bezoekster schrijft dat vrouwen beter wat meer aandacht zouden besteden aan hun innerlijke dan aan cosmetica. Een studente geneeskunde was blij dat ze nu eens een ‘mola’ (schijnzwangerschap) in het echt gezien had.
  4. De meest verrassende vaststelling is dat 90% van de bezoekers vrouwen zijn. Is het vrouwelijk geslacht nieuwsgieriger dan mannen? Maken vrouwen gemakkelijker tijd vrij om iets te zien? Of spelen nog andere factoren mee?

Conclusie

Het rariteitenkabinet van dr. Van Robays toont een groot gamma tumoren en infecties in haast alle menselijke organen. Daarnaast geeft het een overzicht van enkele zeldzame foetale afwijkingen. Na de rondleiding heeft iedereen een duidelijk beeld van wat een patholoog in het ziekenhuis doet. De slotreactie van het overwegend vrouwelijk publiek is unaniem positief. Nooit hebben ze hun eigen lichaam zo binnenste buiten weerspiegeld gezien. De vele beelden van zieke organen zetten hen aan tot nadenken over het wonder van het leven.

Dr. Johan Van Robays



Top